📿 Over het gebed — vanuit het sjamanisme gesproken
- Siegfried Demeulenaere
- 29 jun
- 1 minuten om te lezen
Gebed kent vele vormen.In de religies die we goed kennen
— het christendom, de islam, het jodendom —
is gebed vaak gericht tot een goddelijke macht buiten onszelf:
een Vader, een Schepper, een Rechter.
Daarin ligt smeekbede, dank, soms schuld, soms hoop.
Het gebed wordt vaak gesproken vanuit een hiërarchie:wij hier beneden, God daarboven.
Het gebed dat voortkomt uit sjamanistische traditiesis van een andere aard.
Niet beter, niet heiliger —maar anders van oorsprong.
Een sjamanistisch gebed is niet iets wat je uitspreekt tot een hogere macht,
maar iets wat je erinweeft —in de adem, in het ritme van de natuur,in relatie met alles wat leeft.
Het is geen verzoek om iets te krijgen,maar een erkenning van hoe alles al verbonden is.
Het is geen uiting van afgescheidenheid,maar een her-innering van verwantschap.
We bidden niet naar boven,
maar rondom ons, door ons heen,
met de Aarde,
met het water,
met de steen,
het vuur,
de voorouders,
de kinderen die nog komen.
We gebruiken geen vaste vorm,maar laten het gebed groeien als een lied dat door ons wil zingen.We bidden in cirkels, in rook, in dans,in stilte en in tranen.
En bovenal:we bidden vanuit relatie,niet vanuit positie.
Daarom klinken deze gebeden anders.
Ze zijn uitnodigingen,
geen oordelen.
Ze herinneren ons aan wie we zijn,en aan wat we nooit níet zijn geweest:deel van het Grote Weefsel.
Commentaires